Het werk komt uit een reeks, waarbij het ene werk steeds een variatie is op het vorige. Steeds weer worden er kleine ingrepen gedaan zodat een nieuw geheel ontstaat. Het is een typisch voorbeeld van een evolutie die bij Ajolfi wel meer voorkomt. De drie figuren staan los van elkaar, maar zijn door een kledingstuk verbonden. Zo ontstaat een verbondenheid. De vormen zijn uiterst sober en ingetogen, op de brede kappen na. Deze geven de tengere figuren iets indrukwekkends. Het Middelheimmuseum bezit eveneens een pentekening (50 x 36) die als voorstudie voor dit beeld werd gemaakt (schenking door de kunstenaar).