Het beeldhouwwerk is in feite een Moebiusring. Een ring zonder begin of einde, zonder een binnen- of een buitenzijde. Het principe is eenvoudig. Wanneer men het uiteinde van een lint of een strook papier 180° draait en de eindjes aan elkaar lijmt, heeft men een oneindig doorlopende strook in handen. Toen Bill dit werk in 1935 bedacht, had hij totaal geen weet van het moebiusprincipe. Maar toen hij het later vernam was hij toch tevreden. Het uitgangspunt was pure wiskunde geweest. Hij was er in geslaagd een puur abstract begrip, eindige oneindigheid’ om te zetten in een visuele, tasbare vorm.
Het museum kocht dit werk in 1956 naar aanleiding van de Franse Biënnale in 1955
hoogte: 117 cm (sculptuur) breedte: 108 cm (sculptuur) diepte: 105 cm (sculptuur) hoogte: 62 cm (sokkel) breedte: 210 cm (sokkel) diepte: 110 cm (sokkel)