Dit werk is een duidelijke kruising tussen enerzijds streven naar duidelijk meetkundige vormen en een zekere abstrahering en anderzijds een houding die duidelijk geïnspireerd is op de laatantieke beeldhouwkunst. Hoewel de koe zeer statisch is weergegeven en Bertagnin hier met grote vlakken heeft gewerkt, gaat er toch een dramatische kracht van uit.
In 1951 brachten conservator Baudouin, burgemeester Craeybeckx en W. Vanbeselaer in hun Italiaanse prospectiereis een bezoek aan het atelier van Bertagnin, leerling en schoonzoon van Arturo Martini. Het werk kreeg aanvankelijk een ereplaats bij de ingang van het park en oogstte bijval van het publiek.