Milles behandelde vaak mythologische thema’s. Ook het verhaal van Pegasus zou enkele keren opnieuw uitgebeeld worden. Bellérophon, een held, wilde na het verrichten van talrijke heldendaden met het paard Pegasus de hemel binnendringen. De goden waren echter zo vertoornd dat ze hem van het paard slingerden en hij te pletter viel. Pegasus zélf werd als sterrenbeeld aan de hemel geplaatst. Het onderwerp was populair bij Milles, die er een symbool in zag van het streven van de mens naar het onmogelijke. Daarbij leert die mens dan keer op keer zijn beperkingen kennen. In totaal zijn zes versies van deze Pegasus gemaakt, waarvan sommige als fontein. Er werden nog meer exemplaren voorzien, maar ze zijn nooit gerealiseerd.
Het werk werd aangekocht na een prospectiereis in 1950 van conservator Bauduoin, L. Somers en H. Puvrez aan Scandinavië. Ze bezochten in Millesgarden de levendige kunstenaar en zijn onder de indruk van zijn sculpturale sensibiliteit. "Zijn Pegasus blijft beeldhouwwerk ondanks het feit dat ze een onstuimige beweging suggereert. Er zit werkelijk constructie in het beeld, dat misschien sterker is dan vele "abstracten" enanderzijds is er een sensibiliteit van vormen aanwezig waaraan niemand ontkomt". Het zou een "originele noot" brengen in het Antwerpse museumpark. Milles wou Pegasus aan de stad schenken op voorwaarde dat de stad het bronsgieten voor zijn rekening nam. Het werd gegoten en geïnstalleerd ter plaatse door de Kopenhaagse bronsgieter Rasmussen. In 1951 spendeerde het Middelheimmuseum niet minder dan een kwart van zijn aankoopbudget aan de aankoop van Scandinavische werken.