De mannequin lijkt wel in een soort dwangbuis te zitten waar hij/zij zich met wanhopige gebaren probeert uit te bevrijden. Schoenholtz geeft op deze manier uiting aan een kritische visie op de hedendaagse mens in zijn broos en gefragmenteerd bestaan. Hij beschreef zijn beeld in 1977 als volgt: ‘Een mannequin als kunstfiguur, als “Romunculus”, als destilleerkolf, als golem ...’ Het is een uniek exemplaar.