Het werk is ontstaan in 1963, toen Laenen met de schilder Ray Gilles veel besprekingen had over kleuronderzoek, inhoud en doel van een concept, in de visuele communicatie. Het was er de kunstenaar in dit werk om te doen de tijdruimtelijke vorméénheid te verbreken, met het centraal gedeelte als binding: de vormveranderingen lopen terug naar het kernpunt. Laenen onderzoekt de vormkleurrelatie, absorptie en reflectie, de relatie tussen specifieke contrasten of organisaties, zodat ruimtelijke wisselwerkingen ontstaan. Het hier besproken werk is het exemplaar 1/3. Tekeningen en voorstudies in Oost-Indische inkt zijn in het bezit van Middelheim.