‘Stelt de titel de vraag of er nog meikevers zijn? Als kind was het iets uitzonderlijks als een medeleerling nog een meikever vond en hem in een luciferdoosje meebracht naar de klas. De meikever was speciaal, terwijl mijn vader zei dat je ‘vroeger’ maar aan een boom hoefde te schudden: ze vielen met tientallen op de grond. Toen ik vorig jaar met de auto naar Venetië reed, belandden er plots honderden meikevers in mijn auto...’ (de kunstenaar over zijn werk in mei 2006). De installatie an sich, ‘Nog MEIKEVERS? Shouting is Breathing in circumstances’, grijpt dus direct op de omgeving in. Het werk laat zich het gemakkelijkst omschrijven als een ‘boomvibrator’ omdat het een drastische ingreep is, die ingaat tegen het normale ritme van de natuur maar er tegelijkertijd ook volledig in opgaat. In het domein hangen vier motoren aan bomen, sommige hangen aan kunstmatige bomen die zich plots in het park bevinden. De ronddraaiende rotors van de motoren brengen nu en dan bundels touwen in beweging, de takken en gebladerte waarmee ze verbonden zijn bewegen mee. De snelheid van de rotors en de timing van de beweging zijn, zoals elke gedachte, elke adem of elke wind, veranderlijk. Alsof het netwerk van draden lijkt op een gesprek en het niet duidelijk is wie wat wil zeggen en waarom. Op die manier creëert Honoré 'O een eigen ‘natuurlijke’ ritme volgens een eigen wetmatigheid, die misschien probeert boven de natuur te staan. Soms lijkt dat te lukken, maar dan steekt de wind op en neemt het oeroude gegeven de overhand: het onophoudelijke gevecht van de mens tegen de natuur. Op de toeschouwer werkt het effect van de ingreep in die natuurlijke beweging van de bomen en van het intrigerende luchtballet van de vele touwen veelzijdig. Bezoekers gaan er op verschillende manieren mee om. Sommigen leggen zich onder de touwen neer en kijken naar het steeds veranderend lijnenspel in de blauwe lucht. Anderen raken de touwen voorzichtig aan en worden deel van de beweging. De bezoekers staan middenin het gebeuren met het besef dat als ze over de dingen kunnen nadenken, de dingen dat misschien ook kunnen over hun. Vooral de onverstoorbaarheid waarmee de bomen aanwezig zijn is opvallend, de bezoeker kan zijn betrokkenheid bepalen om uit te maken of zijn aanwezigheid ‘gepast’ is.”