In een klimaat dat zowel door Provo als door Pop en Fluxus werd bepaald, vormde Hugo Heyrman samen met Panamarenko, Bernd Lohaus en Wout Vercammen een losse groep die de ingeslapen havenstad Antwerpen opschrikte met happenings die de vermolmde artistieke en maatschappelijke instellingen op een ernstig-ludieke manier aan het wankelen brachten. In 1966 werkte hij nauw samen met Panamarenko. Het duo noemt zich respektievelijk 'Happy Spacemaker' en 'Multimiljonair'. Zij publiceren het tijdschrift Happening News, werken gezamelijk aan de Pin-uppoppen van Panamarenko en organisen happenings. Op 18 maart 1966 openen Panamarenko, Heyrman en Lohaus de Wide White Space met een "Milkyway happening". De twee stoelen en de viool ontstonden als props voor die happening, aangekondigd als "lifesize seaweed chairs".
Gazet van Antwerpen berichtte: "Er was zoveel volk, bij de opening van Wide White Space, dat de deur niet meer dicht kon en dat Berndt (Lohaus) nu wel een verkoudheid zal hebben. Het tochtte vreselijk. Daarbij kwam nog dat iedereen aan ijsjes stond te likken. Toen de jongen zich langsuit op een groot blad zilverpapier uitstrekte kreeg iedereen kippevel in zijn plaats. Hij scheen niets te voelen, niets te zien, werkte ijverig door. Er moesten nog twee eieren geklutst worden, enige kleurenfilms worden afgerold - fraaie beelden daarin, bij de Schelde en in het tuintje van het museum - en Hugo Heyrman en Panamarenko, in vlekkeloze witte pakken, moesten nog een uitvoerig buffet aanrichten. Op een Louis XV-tafeltje besmeerden zij vele sneden brood met gele, blauwe en roze pasta, plechtig en gekoncentreerd, terwijl polychrome stoeltjes, uit zeewier vervaardigd, en een duikerspak in de not so wide white space zweefden. Het stilleven dat geleidelijk ontstond was Oldenburg en ook wel een beetje Spoerri waardig? Iedereen kotste ervan? Maar dat was misschien wel juist de bedoeling. Het mooist kwam toen al velen weg waren, en er wat meer space gekomen was. Een sterke motor begn te razen en deed de lange haren van de meisjes overeind staan, fladderen, in brede waaiers openvliegen. DIt gaf fantastische effecten en gekke schaduwen. Weten niet wat er verder nog allemaal happende. Het laatste wat wij zagen waren kleine blauwe schilfers die langzaam neerdwarrelden op de aanwezigen, op het vermorste brood, op de zwevende stoelen, op het verfrommelde zilverpapier en op de twee geklutste eieren (GVA, 22 maart 1966).
Vandaag laten de twee 'stoelen' en viool zich lezen als humoristische, bijna surrealistische sculpturen. Net als Panamarenko gebruikt Heyrman een motief uit de alledaagse realiteit om te experimenteren met oneigenlijke materialen en daardoor te zondigen tegen de traditionele opvattingen van de beeldhouwkunst. Heyrman modelleert zijn stoelen uit zeewier. Dit organisch, fragiel en onstevig materiaal contrasteert met de idee van een stoel. Het in elkaar gezakte object is niet alleen komisch, maar is vooral een poëtische, picturale en zeer tactiele sculptuur.