In dit vroege werk zoekt Berlinde De Bruyckere het contrast op tussen natuur en cultuur: de stalen objecten, verstoren welbewust de idylle van de omgeving. Door haar sculpturale installatie vast te klinken aan de stammen van enkele majestueuze bomen, roept haar werk tegenstrijdige associaties op: ze verenigt leven en dood, liefde en lijden, wreedheid en beschutting binnen één beeld. Zo wordt dit vroege werk al representatief voor de artistieke visie van de kunstenaar. Geïnspireerd op het weinig subtiele Middeleeuwse wapen met de naam 'Goedendag' wekt het werk associaties op met de nostalgie van televisieridders (Thierry de Slingeraar, Ivanhoe of Floris) voor wie het bos vaak een avontuurlijke verblijfplaats was, vol onverwachte aanvallen en valkuilen. Tegelijk verwijst ze ook in scherpere, minder nostalgische zin naar bossen en wouden als meer recente plekken van oorlogsgeweld: het is een interesse in kwetsbaarheid en agressie die een vaste plaats zal gaan innemen in het oeuvre van De Bruyckere. Tot dan toe verwezen haar werken echter naar een passieve weerstand, bijvoorbeeld aan de hand van de warme vertroosting van dekens. Deze stekelige bollen gaan een stap verder: ze zijn afgeleid van een aanvalswapen, en verbeelden als zodanig een actieve poging om de toeschouwer te 'raken'. Ze plaatsen vraagtekens bij de veronderstelde gebruikswaarde van kunstwerken als rustpunten in een woelige wereld. Als zodanig raken ze aan het spanningsveld tussen het park als een plek die als harmonisch en rustgevend wordt ervaren, en de hedendaagse kunst die vaak lastige onderwerpen en vragen adresseert. Het is een spanningsveld dat ook de dagelijkse realiteit van het Middelheimmuseum uitmaakt.
Het werk is gecreëerd voor Zoersel '93 en bestond toen uit 4 onderdelen, die opgesplitst geraakten. In 2020 verwierf het Middelheimmuseum deze installatie, waarbij de kunstenaar de bomen uitzocht en de het kunstwerk installeerde en herdefinieerde met 3 onderdelen. 1 van 3 is aangekocht uit privé collectie (MID.B.669.1-3). De 2 andere onderdelen zijn geschonken door de kunstenaar (MID.B.669.2-3, MID.B.669.3-3).
