Het werk is een proces van deconstructie, assemblage en associatie. Hierdoor blijft het beeld in beweging en probeert het iconen en een cliché te overstijgen. Om de vorm goed te begrijpen moet er volgens Rogiers abstract naar worden gekeken. Door het proces van abstrahering en assemblage creëert hij een nieuwe entiteit. Het motief danseres verwijst naar gratie en beweging, elementaire elementen die de idee van ’sculptuur definiëren. Het is een ook een metgezel, een concubine, een minnares zo je wil. Deze sculptuur is gemaakt in diverse tijdsstadia. Zo zijn er later de benen bijgekomen, die oorspronkelijk alen waren. De kop etc. is nog te vinden in de knie. Dit past bij zijn methode om beelden te herwerken, te decouperen en her-componeren, zo je wil. De figuur is gegoten in aluminium, ook de sokkel is gemaakt van aluminium. Beiden moeten een uniform geheel vormen. Aluminium is een koud industrieel materiaal, dat de kunstenaar gebruikt om bewust een tegengewicht, een contrast te bouwen met de expressie van de figuur. Lasnaden, gietnaden, werk’ongelukjes’ blijven nadrukkelijk aanwezig. Door het tonen van deze nieuwe werketappes wint het beeld aan gelaagdheid.