De figuren van Marcks wijzen op een conservatief temperament en vertonen een eenvoudige opbouw. Het model voor het schrijdende meisje was het dochtertje van de kunstenaar Gottlieb. Door materiaalgebrek werd dit werk in tin en niet in brons gegoten. Waarschijnlijk is het een enig exemplaar.
In 1952 reisden W. Vanbeselaere en H. Puvrez naar Duitsland om Duitse vertegenwoordiging in de beeldhouwkunst op te sporen. Bij kunsthandelaar F. Möller kochten ze dit werk aan.
Het gipsmodel werd eerst in 1958 beschadigd teruggevonden. Bij de restauratie heeft de kunstenaar de rechteronderarm voorwaarts gericht. Hiernaar werden 3 bronsexemplaren gegoten, en niet 10, zoals oorspronkelijk voorzien.