Het werk The Pogo Never Stops is een non-stop dansperformance van dertien skytubes of skydancers. Het werk werd in een kleinere versie van drie reeds getoond in kunstruimte 1646 in Den Haag. Nu wordt het peloton uitgebreid tot dertien figuren.
Een aantal elementen van het werk van Tyfus komen hier samen in één paradoxale performance. Hij voorziet de skytubes van getekende gezichten en T-shirts van noise-bands. Voor hem is dit werk een andere versie van het bizarre fenomeen van de pogodans. Het machinale lawaai van de ventilatoren die de skytubes aandrijven, geven het geheel bijna iets dierlijks, wat nog versterkt wordt door de onvoorspelbaarheid van de zwiepbewegingen. Het is een verwijzing naar Tyfus’ liefde voor industriële geluiden en voor muziek of experimenteel geluid dat doorgaans noise genoemd wordt. Het woord “blazen” dat soms gebruikt wordt in muziekmiddens om luide muziek te beschrijven, wordt hier letterlijk genomen. Het is niet meteen duidelijk of de dertien figuren samen een muziekgroep vormen of een publiek, waardoor de nadruk vooral op de complexe energie van het geheel ligt. De installatie staat bovendien niet geïsoleerd. Ze staat recht in de zichtlijn van het kasteel van het park en verandert het hele park in een soort van festivalterrein. De bestaande beelden uit de Middelheimcollectie rond de installatie The Pogo Never Stops krijgen bovendien allemaal een andere dimensie, alsof ze verplicht in dialoog treden met de installatie.
Op verschillende manieren heeft Tyfus in het verleden de lijn tussen machine, dans en muziek verkend. Van dreadlocks bevestigd aan ventilatoren met reggae-muziek op de achtergrond in de Beursschouwburg in Brussel tot dansvideo’s in loop, zowel van zichzelf in een hedendaagse danspoging of als house-DJ in een lege concerthal, als van een vriendin die tegen een fluo achtergrond eindeloos op de hit "Girl from Ipanema" danst in het treinstation van Mechelen.