Een man en een vrouw (Hero en Leander) zijn tegen elkaar in diagonale beweging geplaatst, beiden de handen opwaarts. Ze vertellen een verhaal van een onmogelijke liefde. Als priesteres van Venus kon Hero niet huwen met Leander en werd ze opgesloten in een toren bij de zee. Elke nacht stak Leander al zwemmend de zee over om bij zijn geliefde te komen. Maar de zevende nacht stak er een storm weer op en verdronk Leander. Uitzinnig van verdriet stortte Hero zich daarop van de toren in zee. Het werk is een enig exemplaar in taille directe uitgevoerd.