Grande Bagnante of de Grote Baadster N°1 beschouwde de Italiaanse beeldhouwer Emilio Greco als een van zijn belangrijkste kunstwerken. De grote bronzen figuur was gemodelleerd naar Anna Padovan, die later zijn 2de vrouw zou worden. Er bestaan 4 exemplaren van dit werk. Het eerste brons werd getoond op de Biënnale van Venetië in 1956, waar het de prijs won van de stad Venetie, en nadien gekocht door de Galleria Nazionale d'Arte Moderna in Rome. Het tweede bevindt zich in de collectie van de Tate en de derde is dit exemplaar in het Middelheimmuseum. Het vierde en laatste brons bevindt zich in de Shirokiya Foundation in Tokyo. Tate bewaart ook een maquette en 3 tekeningen.
De baadster is disproportioneel groot, met een klein hoofd maar een eigenzinnige blik en gebaar. Ze oogt tegelijk klassiek - haar pose doet denken aan 16de eeuws manièristische figuren - én eigentijds, door haar kapsel en het bikinibroekje dat in haar zachte rondingen knelt.
Nadien maakte Greco nog 6 grote vrouwelijke baadsters en maquettes voor tenminste nog 3 andere, die nooit op grote schaal zijn uitgevoerd. De latere versies, allemaal naar hetzelfde vrouwelijke model, tonen meer gewrongen poses en beweging. Het was oorspronkelijk de bedoeling twaalf verschillende baadsters te maken en ze rond een vijver of een zwembad op te stellen.