‘In een technische tijd waar metalen machines de beschaving beheersen, werkt een houten machine lachwekkend, hoewel ze veel dichter bij de mens staat. Ook is dit werk lachwekkend bedoeld’, aldus Preclik in een brief aan het Middelheimmuseum. Het beeld is volgens de kunstenaar een complexe automaat om sigarettenpeukjes te doven. Het is echter onmogelijk om het beeld in beweging te brengen. In 1962-1963 heeft Preclik een cyclus van anti-machines gemaakt. Hij stelde dat machines ontmenselijkend en monsterlijk zijn in het leven en dat die dan weer metafore zijn voor een andere machinerie: die van de bureaucratie van het sociale leven. "voor die machinerie zijn wij niet meer dan een sigarettenpeuk die gedoofd moet worden".
Het beeld is een uniek exemplaar.