Het kunstwerk is gecreëerd voor het Braempaviljoen in het kader van De Bruyckeres solotentoonstelling 'Onschuld kan een hel zijn' in 1995, is in een gewijzigde vorm opnieuw gepresenteerd in 2021 en vervolgens verworden voor de collectie van het Middelheimmuseum. De installatie bestaat uit drie droogmolens waaraan tientallen ouderwetse dekens hangen. De woorden die op de dekens zijn genaaid, kunnen tellen als waarschuwing. Voor Berlinde De Bruyckere zijn deze dekens heel dubbelzinnig. Ze beschermen ons, bieden warmte en troost, zijn een symbool voor huiselijkheid. Maar ze kunnen ons ook verstikken en ze doen denken aan rampen en oorlogen, aan vluchtelingen en daklozen die enkel van hun deken nog een beetje warmte krijgen. Onschuld en geweld gevat in één beeld.
Het werk dateert uit 1995, maar het blijft actueel: het deken is nog steeds een krachtig motief in het oeuvre van de kunstenaar, en de maatschappelijke relevantie is nog minstens even groot. In 1995 was er de context van Rwanda en de Balkan, vandaag lijken er alleen nog meer oorlogen, rampen, en ontheemden in de wereld. De dekeninstallatie is opnieuw gepresenteerd in het Braempaviljoen tijdens de mondiale pandemie. Ook in die coronasituatie was zorgen voor elkaar zo belangrijk, en tegelijk zo uitdagend. "De meeste dekens tonen echt een spoor van 'gebruikt' te zijn en dragen een verhaal van diegene die ze gebruikt heeft tot op het moment waarop ze naar de kringloopwinkel zijn gegaan waar ik ze dan terug gerecupereerd heb om er mijn werk mee te maken." (Berlinde De Bruyckere, 2020). In 1995 konden bezoekers deze dekens kopen als een kunsteditie (als in een tapijtenhal).
Samen met een archiefmap waarin voorbereidende schetsen en tekeningen zitten, vormt dit een bijzonder ensemble in de collectie van het Middelheimmuseum uit de vroege jaren 1990 van Berlinde De Bruyckere, met een betekenisvolle band met het Middelheimmuseum.