Een statige en tegelijk kwetsbare vissersfiguur houdt een vis in de lucht en staart met een lege blik naar een waterpartij met druk bebouwde achtergrond. De thematiek van dit beeld uit 1967 is de relatie van de mens met de natuur in een stedelijke omgeving. Beeldhouwer Szebenyi vond inspiratie in de nabijheid van industrie en hoe die op gespannen voet staat met het leven in en omheen een rivier, met zowel dieren als mensen.
Het werk ontstond in opdracht van de Hongaarse stad Tiszaszederkény, voor een plek aan de oever van de Tisza, toen een rivier zonder vis. "Vanuit het oogpunt van een visser is zo'n rivier dood. De huidige Don Quichot is de visser van deze dode rivier. Zijn verticaliteit drukt een stijgende hoop uit, in tegenstelling tot de horizontale van de omringende grote Hongaarse laagvlakte, en harmoniseert met de omringende fabrieksschoorstenen", zo schreef de kunstenaar in 1968.
De Tisza, de belangrijkste zijrivier van de Donau, doorkruist Oekraïne, Roemenië, Hongarije, Slowakije en Servië en kwam meermaals in het nieuws met milieurampen. In 2000 nog, met een ecologische catastrofe, waarbij cyanide en zware metalen (opnieuw) alle leven in de rivier doodden.
Om niet gekende redenen bleef dit opdrachtwerk, een uniek exemplaar, niet in Hongarije, maar reisde naar Antwerpen voor de 9de Middelheim Biënnale in 1967. Szebenyi gold immers als een vernieuwer van de Hongaarse beeldhouwkunst en zette zich af tegen het socialistisch realisme van de "officiële" kunst. Hij emigreerde in 1968 naar Canada. De vissersfiguur bleef in Antwerpen: vzw Schoon Antwerpen kocht het aan en schonk het aan het Middelheimmuseum. De kunstenaar zelf schonk ook nog een kleine maquette (schaalmodel) , een prent (monotype) en twee tekeningen voor de collectie.
In 1988 stond het museum een langdurige bruikleen toe aan de vzw Jeugd en cultuur voor de aanleg van een nieuw arboretum in Ekeren. Het beeld is toen ook ingrijpend gerestaureerd en kreeg een nieuw geraamte in RVS. In 2020 moest de vissersfiguur verdwijnen voor de vergroting van een school. Na een restauratie, initieerde het Middelheimmuseum de herplaatsing op Linkeroever bij het district Antwerpen, vanuit één van de speerpunten van zijn collectiebeleid. Een kunstwerk in bruikleen geven, creëert immers meer kansen op waardering voor dat collectiestuk, meer dan wanneer het in depot stof zou vergaren. Het krijgt zo ook nieuwe en actuele betekenissen. Na overleg met buurtbewoners en vertegenwoordigers van het verenigingsleven op Linkeroever, koos het district voor het wandelpad aan de Galgenweellaan.