De titel van dit werk is ontleend aan een vers van Petrarca. Tussen een wirwar van takken en bladeren liggen poppetjes verborgen (gevangen?) in de struiken. Het gewas is bijna ondoordringbaar en omsluit de wezentjes als een rol prikkeldraad. Het beeld lijkt een momentopname uit een tragisch verhaal, wat gezien de connotatie met de liefdepoëzie van Petrarca vrij logisch lijkt. Het beeld werd uitgevoerd in verloren was en is een uniek exemplaar